Auteur: TeamVervoort

Nederbelg

Door Belgische inkomsten partner geen voorkomingsaftrek voor Nederbelg

Wat waren de feiten?
Belanghebbende, X, en zijn partner, Y, wonen in België. X drijft een eenmanszaak in Nederland, waarvoor hij ook vanuit een v.i. in België werkzaamheden verricht. Y heeft slechts Belgische looninkomsten (€ 103.139). X en Y kiezen beide voor een behandeling als binnenlands belastingplichtige. In zijn IB-aangifte 2011 verzoekt X om een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Dit verzoek heeft betrekking op 10% van de aangegeven belastbare winst, omdat hij voor dat deel werkt vanuit de Belgische v.i. De inspecteur verrekent de aan België toerekenbare positieve inkomsten met de negatieve inkomsten uit de Belgische woning, zodat effectief geen aftrek wordt verleend. X gaat in cassatie en beroept zich op de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU (‘Schumacker-doctrine’).

Arrest van de Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt dat er geen sprake is van een verboden discriminatie. Volgens de Hoge Raad moet namelijk rekening worden gehouden met het gezamenlijke inkomen van X en de partner met wie hij samenwoont, Y. Het in België verworven gezamenlijke inkomen is dan ook voldoende voor het in aanmerking nemen van de persoonlijke en gezinssituatie van X. Dat X en Y in België niet als samenwonend worden beschouwd doet hier verder niet aan af. De aanslag blijft in stand.

ECLI:NL:HR:2019:1722

 

 

Museumjaarkaart

Stichting Museumkaart moet meewerken aan woonplaatsonderzoek houder museumjaarkaart

ECLI:NL:GHAMS:2019:3967

Wat waren de feiten

Stichting Museumkaart krijgt een verzoek van de inspecteur die informatie wil hebben over het gebruik van een museumjaarkaart door een bepaalde houder. In dit civiele kort geding is in geschil of de stichting deze informatie moet verstrekken. Volgens Rechtbank Amsterdam kunnen de frequentie van de bezoeken aan musea en de bezochte locaties indicatoren zijn voor de woonplaats van de houder. Toewijzing van de vordering zal geen substantieel afschrikkend effect hebben op het grote publiek om een dergelijke kaart aan te schaffen. De stichting moet de informatie dus binnen veertien dagen verstrekken. De stichting gaat in hoger beroep.

Uitspraak Gerechtshof Amsterdam

Hof Amsterdam oordeelt dat de Belastingdienst bevoegd is om de informatie bij de stichting op te vragen en dat die bevoegdheid in dit geval ook mag worden uitgeoefend. De bevoegdheid wordt slechts beperkt als de vragen de activiteiten van de stichting in gevaar brengen. De stichting maakt niet duidelijk welk gevaar er in de vragen voor haar schuilt. Het gaat namelijk om specifieke informatie van één individu, waarvoor wel een voldoende wettelijke basis bestaat. Het aantasten van zijn privacy is geoorloofd. Het hoger beroep is ongegrond.

CONTACT

Kenaustraat 1
2011 MV Haarlem
Postbus 117
2000 AC Haarlem

© Team Vervoort
iban NL12INGB0686017269
bic INGBNL2A
kvk Haarlem 34171025