Auteur: TeamVervoort

Toepassing belastingverdrag met Duitsland en België, een update

Wegens de coronacrisis hebben Nederland en Duitsland overlegd over de interpretatie en toepassing van artikel 14 (inkomen uit arbeid) van het belastingverdrag tussen beide landen. Ook met België is overlegd over de toepassing van het belastingverdrag tussen beide landen.

Thuiswerken
Als grensarbeiders in loondienst door de coronamaatregelen thuis moeten werken, zal de belastingplicht niet verschuiven van de werkstaat naar de woonstaat, mits de grensarbeider zijn salaris krijgt doorbetaald. Grensarbeiders moeten een administratie bijhouden van hun thuiswerkdagen en met een schriftelijke bevestiging van hun werkgever kunnen onderbouwen dat de thuiswerkdagen uitsluitend het gevolg waren van de coronamaatregelen.

Deze afspraken gelden vanaf 11 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. Met Duitsland worden ze daarna automatisch met een maand verlengd, totdat Nederland of Duitsland deze opzegt. Met België is afgesproken dat verlenging expliciet moet worden overeengekomen.

Grensarbeiders mogen ook kiezen deze toepassing van het verdrag niet toe te passen, waardoor het heffingsrecht naar de woonstaat verschuift.
Voor grensarbeiders die altijd al een of enkele dagen thuis werken geldt de goedkeuring niet.

Thuiszitten
De verhouding “dagen gewerkt in de werkstaat/totaal aantal dagen gewerkt” wijzigt niet als de grensarbeider in loondienst zonder te werken thuis zit door de coronamaatregelen. Ook nu geldt dat de grensarbeider zijn salaris doorbetaald moet krijgen.

Deze afspraak over de dagenverhouding bij thuiszitters kent geen vervaldatum, want is een interpretatie van de toepassing van het belastingverdrag. Dit is zo met Duitsland en België afgesproken.

Duitse uitkering
Nederland heeft besloten bepaalde Duitse inkomensondersteuningen rond de coronacrisis vrij te stellen. Ook inwoners van Nederland die normaal in Duitsland werken ontvangen deze Duitse socialezekerheidsuitkeringen. Deze uitkeringen zijn op het nettoloon afgestemd en zijn derhalve in Duitsland vrijgesteld van belasting. Als deze uitkeringen (tezamen met bepaalde andere) Duitse (socialezekerheids)uitkeringen in een kalenderjaar € 15.000 of minder bedragen, wijst het belastingverdrag met Duitsland het heffingsrecht over deze Duitse netto-uitkeringen toe aan Nederland. Met als ongewenst gevolg dat Nederland dan zou heffen over een door Duitsland betaalde netto-uitkering van een grensarbeider die normaal in Duitsland had gewerkt en daar zou zijn belast voor zijn salaris.

Daarom is zogenoemd ‘Kurzarbeitergeld’, ‘Insolvenzgeld’ of ‘Arbeitslosengeld’, voor zover dat op of na 11 maart 2020 voor het eerst wordt ontvangen door corona(maatregelen) vrijgesteld van belasting (met progressievoorbehoud).

De vrijstelling geldt voor de periode van 11 maart 2020 tot en met 31 december 2020.

Belgische werkloosheidsuitkering
Als men in Nederland woont en uit België wegens de coronacrisis een tijdelijke werkloosheidsuitkering ontvangt met behoud van de dienstbetrekking, dan is deze uitkering belast in het land waar het salaris voorheen ook belast was.

Bron: mededeling staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst 10-4-2020, Stcrt. 2020, 21381; brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beleidsbesluit fiscale maatregelen coronavirus 14-4-2020, nr. 2020-0000071409; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 22-4-2020, nr. 2020-8499, Stcrt. 2020, 23814; Belastingdienst

Tijdig afstorting pensioenrecht ex-partner is zinvol

Gehuwde en geregistreerde partners hebben bij echtscheiding volgens de wet recht op pensioenverevening:

bij echtscheiding komt de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdoms- en nabestaandenpensioen aan de ander toe. De echtgenoot die recht heeft op verevening verkrijgt een rechtstreeks recht op uitbetaling jegens de uitvoerder van de pensioenregeling. De partners kunnen hun recht op verevening geheel of deels buiten werking stellen in hun huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of een echtscheidingsconvenant.

Directeur-grootaandeelhouders (dga) brachten hun pensioen vaak onder in hun eigen B.V. Door de rechter is echter een aantal jaren geleden al bepaald dat de redelijkheid en billijkheid tussen ex-partners ertoe leidt dat van de ex-partner niet kan worden verwacht dat het pensioen afhankelijk blijft van het beleid van de dga in zijn onderneming. De dga moet daarom de te verevenen pensioenaanspraak onderbrengen bij een externe pensioenverzekeraar. Afstorten kan alleen achterwege blijven als daardoor de continuïteit van de onderneming in gevaar komt.

Een recente uitspraak van de Hoge Raad gaat over de waarde van het pensioen dat moest worden afgestort: is dat de waarde op het tijdstip van echtscheiding of de commerciële waarde ten tijde van de afstorting?

Deze uitspraak is van belang omdat beide bedragen niet gelijk hoeven te zijn. Daardoor kan het af te storten bedrag afwijken van het bedrag dat uiteindelijk verschuldigd is.

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden had geoordeeld dat moet worden uitgegaan van de commerciële waarde van het aan de vrouw toekomende deel van de pensioenaanspraken op het tijdstip van echtscheiding. De Hoge Raad oordeelt genuanceerder. Weliswaar is volgens de wet het tijdstip van echtscheiding bepalend voor het aan de andere echtgenoot toekomende deel van de pensioenaanspraak. Indien en voor zover de pensioenopbouw in eigen beheer plaatsvindt moet de rechtspersoon die de pensioentoezegging doet er echter voor zorgdragen dat hij te zijner tijd in beginsel over voldoende kapitaal daarvoor kan beschikken. In verband hiermee dient het benodigde kapitaal te worden berekend naar de commerciële waarde van de pensioenaanspraak ten tijde van de afstorting.

Dit brengt volgens de Hoge Raad mee dat naar het tijdstip van echtscheiding bepaald moet worden wat de hoogte is van de pensioenaanspraak van de tot verevening gerechtigde echtgenoot is, maar dat de commerciële waarde van die aanspraak – het bedrag dat nodig is om die pensioenaanspraak bij een externe pensioenverzekeraar te verzekeren – bepaald moet worden naar het tijdstip van afstorting door de rechtspersoon.

Als er op het moment van afstorting onvoldoende kapitaal aanwezig is in de rechtspersoon om de commerciële waarde van beide pensioenaanspraken te dekken, dan moeten de ex-partners het tekort in beginsel delen. De rechter kan het tekort echter anders verdelen, met name als het tekort aan de vereveningsplichtige echtgenoot is toe te rekenen.

Bron: Hoge Raad 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:276, 19/00187

Faillissementsaanvraag Norwegian

Norwegian zegt overeenkomst met OSM Aviation op
Op maandag 20 april 2020 heeft Norwegian voor een groot deel van haar dochtermaatschappijen faillissement aangevraagd. Tevens heeft Norwegian haar contract met OSM Aviation opgezegd. Er is op dit moment veel onzekerheid hoe de toekomst eruit ziet voor het vliegend personeel wat nu op straat staat. Bent u een in Nederland wonende piloot werkzaam bij Norwegian en bent u benieuwd welke mogelijke gevolgen ontslag voor u heeft? Hieronder vindt u een korte samenvatting.

Waar ben ik verzekerd als verkeersvlieger
Verkeersvliegers werkzaam in een ander land dan hun woonland, zijn binnen de Europese Unie verzekerd in het land waarin zij hun standplaats hebben. Op grond van de EG-verordening 883/2004 worden verkeersvlieger in de werkstaat belast voor de sociale zekerheden. In beginsel moet men dan ook voor de sociale zekerheden zijn in de werkstaat. Dit geldt ook voor de aanvraag van een uitkering in de situatie dat een verkeersvlieger tijdelijk minder werk heeft en daarbij gekort wordt op zijn of haar inkomen. Is er echter sprake van volledig werkloosheid dan valt de sociale zekerheid terug aan het woonland*. Immers is er in die situatie geen aanknopingspunt meer met het werkland nu er geen werkrelatie meer is. Dit houdt dus in dat een in Nederland wonende verkeersvlieger die volledige werkloos is zich voor de aanvraag van zijn/haar WW-uitkering tot de Nederlandse instanties moet wenden (het UWV), ondanks dat hij/zij voorheen zijn of haar premies in het buitenland heeft betaald.

Wat moet ik doen als ik ontslagen ben?
Het belangrijkste om te doen nadat u bent ontslagen is om zoals hierboven beschreven om u te melden bij het UWV. Daarnaast is het op grond van de EG-verordening 883/2004 ook mogelijk om u in de werkstaat te melden bij de bevoegde autoriteiten. Hiermee vervalt niet het recht op de WW-uitkering in Nederland. Wel dient u het UWV hiervan op de hoogte te stellen. In de werkstaat zult u in beginsel geen uitkering krijgen maar de bevoegde buitenlandse instanties kunnen u mogelijk wel behulpzaam zijn met het vinden van een andere baan.

Voorlopige aangiften wijzigen
Hoewel nog onduidelijk is hoe de situatie bij OSM Aviation zich zal gaan ontwikkelen lijkt het in ieder geval duidelijk dat het werk voor een groot gedeelte van de piloten wordt stilgelegd. Daarbij bestaat de mogelijkheid dat ook de salarissen gekort of zelfs helemaal niet meer betaald zullen worden. Dit heeft gevolgen voor de berekening van uw voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2020. Deze is mogelijk voor een te hoog bedrag opgelegd. In dat geval adviseren wij u een verzoek te doen tot vermindering via een voorlopige aangifte.

Indien u vragen heeft neem dan gerust contact met ons op.

* Het hangt daarbij af in welk land iemand zijn woonplaats heeft voor de vraag waar hij of zij aanspraak maakt op de sociale zekerheid.
Beeld: Norwegian

CONTACT

Kenaustraat 1
2011 MV Haarlem
Postbus 117
2000 AC Haarlem

© Team Vervoort
iban NL12INGB0686017269
bic INGBNL2A
kvk Haarlem 34171025