Uitspraak Rechtbank Noord-Holland inzake easyJet Frankrijk: Team Vervoort gaat in hoger beroep
De Rechtbank Noord-Holland heeft op 11 februari 2019 uitspraak gedaan in de beroepsprocedure die Team Vervoort voert voor een piloot die in 2014 in Nederland woonde en werkte bij easyJet Frankrijk met standplaats Parijs. De zitting vond 30 november 2018 plaats bij de Rechtbank Haarlem. Zie hiervoor ons eerdere nieuwsbericht: https://teamvervoort.nl/nieuws/team-vervoort-vertegenwoordig-easyjet-piloot-frankrijk-in-beroepsprocedure-bij-rechtbank-haarlem/
Nederland of Frankrijk heffingsbevoegd?
De vraag die in de procedure centraal stond is of Frankrijk dan wel Nederland heffingsbevoegd is over het Franse arbeidsinkomen in 2014.
Standpunt Belastingdienst
De Belastingdienst stelde dat Nederland heffingsbevoegd is over het volledige arbeidsinkomen. Dit onder meer op grond van artikel 15 lid 3 van het belastingverdrag Nederland-Frankrijk. Dit artikel bepaalt dat Nederland heffingsbevoegd is over het inkomen verkregen door een inwoner van Nederland ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een luchtvaartuig in internationaal verkeer.
Standpunt Team Vervoort
Team Vervoort stelde in de beroepsprocedure dat er een splitsing in het arbeidsinkomen moest worden aangebracht: Nederland is heffingsbevoegd over het arbeidsinkomen toerekenbaar aan de internationale dagen en Frankrijk is heffingsbevoegd over het arbeidsinkomen toerekenbaar aan de nationale Franse dagen. Voor de volle dagen dat de piloot in Frankrijk werkzaam was (zoals stand-by dagen en trainingsdagen in Frankrijk) is volgens Team Vervoort geen sprake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een vliegtuig in internationaal verkeer.
Uitspraak Rechtbank
De Rechtbank heeft het beroep van Team Vervoort helaas ongegrond verklaard.
De Rechtbank stelt vast dat het begrip ‘internationaal verkeer’ in artikel 15 lid 3 van het belastingverdrag niet is gedefinieerd en dat deze uitdrukking in dat geval uitgelegd moet worden volgens de nationale wetgeving van Nederland.
De Rechtbank grijpt vervolgens aan bij de definitie van artikel 7.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Dit artikel betreft de vrijstelling vervoer in het internationaal verkeer voor buitenlands belastingplichtigen.
De Rechtbank stelt dat ‘de eiser (lees: piloot) zijn dienstbetrekking uitoefent aan boord van een luchtvaartuig dat wordt ingezet in het vervoer door de lucht tussen plaatsen buiten Nederland en dat de leiding van easyJet niet in Nederland is gevestigd. Dat betekent dat de beloning van de piloot overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 lid 3 van het belastingverdrag slechts in Nederland belastbaar is (vergelijk HR 22 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:701). De omstandigheid dat de eiser zijn werkzaamheden gedurende 33 dagen feitelijk uitsluitend binnen Frankrijk heeft verricht doet hier niet aan af, aangezien deze werkzaamheden worden verricht in het kader van voormelde dienstbetrekking.’
Visie Team Vervoort
Team Vervoort is van mening dat de uitspraak van de Rechtbank marginaal is gemotiveerd. Daarnaast meent Team Vervoort dat op basis van artikel 7.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet geconcludeerd kan worden dat voor de volle dagen dat de piloot in Frankrijk werkzaam was sprake is van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een luchtvaartuig in internationaal verkeer.
Team Vervoort zal daarom hoger beroep instellen tegen de uitspraak van de Rechtbank.
Bent u een piloot met standplaats in Frankrijk en heeft u volle dagen in Frankrijk gewerkt? Neemt u dan vooral contact met ons op.
Indien u een piloot bent met standplaats in Frankrijk en u hebt in een belastingjaar volle dagen in Frankrijk gewerkt, dan kunt u zich via Team Vervoort aansluiten bij de bovenstaande procedure die wij voeren. U zult dan, indien Team Vervoort uiteindelijk gelijk krijgt, belasting besparen.
U kunt ons bereiken op 023 – 542 21 24 of via de email info@teamvervoort.nl. Wij wisselen graag van gedachten met u over uw situatie.