Auteur: TeamVervoort

easyJet hoger beroepsprocedure

Team Vervoort vertegenwoordigt easyJet piloot Frankrijk in hoger beroepsprocedure bij Gerechtshof Amsterdam

 Team Vervoort vertegenwoordigt een easyJet piloot die werkzaam was in Frankrijk en woonachtig in Nederland in een rechtszaak. Op 2 september jl. vond de mondelinge behandeling plaats bij het Gerechtshof Amsterdam van de hoger beroepsprocedure die Team Vervoort had ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 11 februari 2019. Zie onze eerdere nieuwsberichten:

Team Vervoort en easyJet piloot Frankrijk bij Rechtbank Noord-Holland en Team Vervoort in hoger beroep tegen uitspraak Rechtbank Noord-Holland

Nederland of Frankrijk heffingsbevoegd?

De vraag die in de procedure centraal staat is of Frankrijk dan wel Nederland heffingsbevoegd is over het Franse arbeidsinkomen in 2014.

Standpunt Belastingdienst

De Belastingdienst meent dat Nederland heffingsbevoegd is over het volledige arbeidsinkomen. Dit op grond van artikel 15 lid 3 van het belastingverdrag Nederland-Frankrijk (‘Verdrag’). Dit artikel bepaalt dat Nederland heffingsbevoegd is over het inkomen verkregen door een inwoner van Nederland ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een luchtvaartuig in internationaal verkeer.

Standpunt Team Vervoort

Team Vervoort meent dat er een splitsing in het arbeidsinkomen moest worden aangebracht: Nederland is heffingsbevoegd over het arbeidsinkomen toerekenbaar aan de internationale werkdagen en Frankrijk is heffingsbevoegd over het arbeidsinkomen toerekenbaar aan de nationale Franse werkdagen (salary split). Voor de volle werkdagen die de piloot in Frankrijk werkzaam was (zoals stand-by dagen en trainingsdagen in Frankrijk alsmede binnenlandse Franse vluchten; hier een aanzienlijk deel van de werkzaamheden) is volgens Team Vervoort geen sprake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een vliegtuig in internationaal verkeer. In dat geval kan niet voldaan zijn aan artikel 15 lid 3 van het Verdrag. Nu ook lid 2 niet van toepassing is dient daarom een salary split plaats te vinden.

Team Vervoort stelt in de procedure bij het Gerechtshof Amsterdam dat om verschillende redenen niet voldaan is aan artikel 15 lid 3 van het Verdrag.

Het Verdrag bevat geen definitie van de term internationaal verkeer. De Rechtbank Haarlem stelde dat het begrip internationaal verkeer daarom uitgelegd moest worden volgens artikel 7.3 Wet inkomstenbelasting 2001. Dit artikel betreft de vrijstelling vervoer in het internationaal verkeer voor buitenlands belastingplichtigen.

Team Vervoort stelt in de hoger beroepsprocedure onder meer dat de Nederlandse wet geen definitie bevat van de term internationaal verkeer. Artikel 7.3 Wet IB 2001 is bedoeld voor de in het buitenland woonachtige ondernemer in een specifieke situatie en niet voor een in Nederland woonachtige piloot.

Ook zal, indien artikel 7.3 Wet IB 2001 wordt toegepast op de onderhavige verdragssituatie, alleen Nederland in aanmerking kunnen komen voor nationaal verkeer. De letterlijke uitleg volgens artikel 7.3 sluit nationaal verkeer in een andere staat (hier Frankrijk) volledig uit. Met het Hof is van gedachten gewisseld over de uitleg van de term internationaal verkeer waarbij het overschrijden van landsgrenzen een belangrijk element bleek.

Team Vervoort meent daarnaast dat er bij de dagen waarop niet gevlogen werd en grondactiviteiten in Frankrijk werden verricht geen sprake is van verkeer.

Team Vervoort stelt dat voor het begrip internationaal verkeer aangesloten moet worden bij de gewone betekenis van deze term. Dat wil zeggen dat sprake moet zijn van activiteiten waarbij landsgrenzen worden overschreden.

Team Vervoort heeft het Gerechtshof verzocht om, indien mogelijk, bij de uitspraak onderscheid te maken tussen binnenlandse vluchten (verkeer) en grondactiviteiten (geen verkeer).

Bent u een piloot met standplaats in Frankrijk, Spanje of Luxemburg en heeft u volle dagen in Frankrijk, Spanje of Luxemburg gewerkt? Neemt u dan vooral contact met ons op.

Indien u als piloot standplaats hebt (gehad) in Frankrijk, Spanje of Luxemburg en u hebt in een belastingjaar volle dagen in Frankrijk, Spanje of Luxemburg gewerkt, neemt u dan contact met Team Vervoort op. Wij kunnen dan voor u beoordelen of deze rechtszaak ook op uw situatie van toepassing is. Indien Team Vervoort gelijk krijgt kan dit voor u tot een aanzienlijke belastingbesparing leiden.

U kunt ons bereiken op 023 – 542 21 24 of via de email info@teamvervoort.nl. Wij wisselen graag van gedachten met u over uw situatie.

Wetsvoorstel UBO-register aangenomen!

Op 23 juni 2020 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel inzake de registratie van uiteindelijk belanghebbenden ofwel Ultimate Beneficial Owner (UBO) van Nederlandse vennootschappen en andere juridische entiteiten. Met deze instemming is de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel afgerond. Over dit wetsvoorstel hebben wij u eerder geïnformeerd.

De datum van de daadwerkelijke inwerkingtreding van de wet, en daarmee het instellen van het UBO-register, wordt binnenkort bekend gemaakt. Naar verwachting volgt inwerkingtreding in september.

In het kort

Het UBO-register heeft tot doel het transparanter maken van juridische constructies, ter voorkoming van witwaspraktijken en terrorismefinanciering.

Op grond van de wet moeten alle Nederlandse vennootschappen en andere juridische entiteiten informatie met betrekking tot hun UBO(’s) inschrijven in het UBO-register. Bestaande Nederlandse vennootschappen en entiteiten hun UBO(’s) binnen 18 maanden na inwerkingtreding van de wet inschrijven. Nieuwe Nederlandse vennootschappen en entiteiten moeten dit direct na oprichting doen. Die informatie wordt daarmee (deels) openbaar.

Een wetsvoorstel om ook voor trusts, Nederlandse fondsen voor gemene rekening en soortgelijke entiteiten een UBO-register in te stellen is nog in voorbereiding. Er bestaat dan ook nog geen verplichting tot het inschrijven van een UBO voor deze constructies.

Een UBO is een natuurlijke persoon met de uiteindelijke eigendom of zeggenschap in een vennootschap of andere juridische entiteit. UBO is in ieder geval de natuurlijke persoon die een direct of indirect eigendoms- of zeggenschapsbelang van meer dan 25 procent in een juridische entiteit heeft. Ook certificaathouders kunnen UBO’s zijn.

De registratieplicht rust op de eigenaar van de entiteit, bestuurders en degenen met de dagelijkse leiding en geldt alleen voor in Nederland opgerichte juridische entiteiten.

Een duidelijk en veel voorkomend voorbeeld van een UBO is de DGA van een BV. En ook de registratieplicht rust op de DGA.

Van elke juridische entiteit moet een UBO worden geregistreerd. Als er geen natuurlijke persoon te vinden is die aan de UBO-definitie voldoet, dan wordt het hoger leidinggevend personeel van de entiteit als UBO aangewezen. In het geval van een bv, nv, vereniging, of stichting bijvoorbeeld, zijn dat alle statutaire bestuurders.

Vragen?

Indien u vragen heeft over hoe het UBO-register werkt, wie als UBO kwalificeert, welke informatie u daarbij nodig heeft, of hoe u moet registreren, dan kunt u contact met ons opnemen.

Voorgestelde wijziging box 3 gaat niet door, er wordt gekeken naar een alternatief

Het voorstel van voormalig staatssecretaris Menno Snel dat de vermogensrendementsheffing eerlijker moest maken, gaat echt van tafel. Zijn opvolger Hans Vijlbrief zoekt naar een “simpeler” tussentijds voorstel om rendement uit spaargeld en investeringen eerlijker te belasten. Ook zoekt hij naar een oplossing voor de lange termijn.

“Het voorstel dat er lag van mijn voorganger kende grote problemen”, zegt Vijlbrief. Er wordt een te groot verschil gemaakt tussen geld dat mensen over hun rendementen uit beleggingen betalen ten opzichte van wat ze over hun spaarrente betalen. Dat onderscheid zou volgens de bewindsman “juridisch heel snel kapotgeschoten zijn”, en is volgens zijn politieke oordeel ook oneerlijk.

De vermogensrendementsheffing, in de volksmond de ‘spaartaks’ genoemd, is gebaseerd op een ‘fictieve rente’ van rond de 4 procent waarover beleggers en spaarders belasting betaalden. Voor de coronacrisis waren rendementen uit beleggingen vaak hoog, terwijl de rente al jarenlang enorm laag staat. Een vermogende spaarder die amper rente krijgt over zijn spaargeld, betaalt hierover dus wel behoorlijk wat belasting.

De enige échte oplossing is om alleen het reële rendement te belasten, zegt Vijlbrief. Maar de Belastingdienst kan precieze rendementen uit investeringen niet nagaan en dus ook niet belasten. Vijlbrief gaat op zoek naar een alternatief dat kleine spaarders en beleggers “in hoge mate ontziet”. Hij overweegt serieus het bedrag waarover spaarders en beleggers geen belasting betalen “aanzienlijk te verhogen, als ik dat kan”.

CONTACT

Kenaustraat 1
2011 MV Haarlem
Postbus 117
2000 AC Haarlem

© Team Vervoort
iban NL12INGB0686017269
bic INGBNL2A
kvk Haarlem 34171025