Verjaringstermijn voor stukken op te vragen door belastingdienst?
Recht om stukken op te vragen, door de belastingdienst, verjaart niet aldus de Hoge Raad
Ook na een tijdsverloop van meer dan zes jaar kan een inspecteur iemand verzoeken zijn aftrekbare kosten voor de eigen woning met schriftelijke bescheiden te onderbouwen, aldus de Hoge Raad op 19 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:629). Wat waren de feiten?
X gaat in 2007 een extra hypothecaire lening aan van € 93.500. Hij merkt de lening deels aan als eigenwoningschuld. De inspecteur volgt de IB-aangiften voor de jaren 2007-2009. Naar aanleiding van de IB-aangifte 2010 stelt de inspecteur in 2013 vragen aan X over de aftrek van de hypotheekrente. Omdat X niet kan aantonen dat de verhoging van de hypotheek is aangewend voor de eigen woning, corrigeert de inspecteur de IB-aangifte 2010. Tevens wijkt hij af van de ingediende IB-aangiften over de jaren 2011 en 2012. Voor de jaren 2013-2015 volgt de inspecteur weer de aangiften van X. In geschil is de omvang van de eigenwoningschuld.
Uitspraak van Hof ‘s-Hertogenbosch
Hof ‘s-Hertogenbosch stelt vast dat de bewijslast op X rust. Nu de inspecteur echter pas in 2013 om schriftelijke bescheiden betreffende de kosten van de verbouwing heeft gevraagd, heeft hij volgens het hof het recht verwerkt om nog om bewijs te vragen. Het hof sluit hierbij aan bij het verlopen van de navorderingstermijn voor het jaar 2007, het jaar waarin de hypotheek is verhoogd. Verder wijst het hof er nog op dat de inspecteur de aangiften van X voor de jaren 2013-2015 weer heeft gevolgd. Het hof vermindert de aanslagen.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad is het met het hof eens dat de bewijslast op X rust, maar acht het oordeel van het hof, dat de inspecteur zijn recht om bewijs op te vragen heeft verwerkt, niet juist. Volgens de Hoge Raad volgt uit de toepasselijke bepalingen namelijk niet dat de inspecteur de schriftelijke bescheiden binnen zes jaren, of binnen de navorderingstermijn, moet opvragen. Volgens de Hoge Raad is daarbij niet van belang dat de inspecteur de aangiften over andere jaren heeft gevolgd. Ook is van belang dat X geen bijkomende omstandigheden heeft gesteld die bij hem de indruk hebben kunnen wekken dat het volgen van de aangiften in andere jaren op een weloverwogen standpunt van de inspecteur berustte. Het gelijk is aan de staatssecretaris.
Gevolgen voor de praktijk
Voor de praktijk betekent dit dat zolang een lening voor een verbouwing niet door de inspecteur is beoordeeld en erkend als een eigenwoningschuld een belastingplichtige altijd kan worden gevraagd om met schriftelijke stukken (nota’s, betaalbewijzen e.d.) bewijs te leveren. Het een of meerdere jaren volgen van ingediende aangiften zonder dat sprake is van een bewuste standpuntbepaling door de inspecteur, is niet voldoende om daaraan vertrouwen te kunnen ontlenen dat de lening reeds is beoordeeld. Ofschoon op een particuliere woningbezitter geen wettelijke bewaarplicht van toepassing is, dienen particulieren die renteaftrek claimen voor opgenomen verbouwingsleningen, de daarmee verband houdende bewijsstukken goed te bewaren totdat de inspecteur de lening als behorende tot de eigenwoningschuld heeft erkend.