Het UBO register
Het UBO-register
Stand van zaken
In de Vierde Europese anti-witwasrichtlijn (2015) zijn de regels voor het UBO-register opgenomen. De richtlijn moest uiterlijk 26 juni 2017 zijn omgezet in nationale wetgeving. Dat is echter niet gelukt. Wel heeft de Nederlandse regering in maart 2017 een voorstel gepubliceerd, dat enige duidelijkheid gaf over hoe het Nederlandse UBO-register er uit komt te zien. Veel bleef echter onduidelijk, omdat er nog een uitvoeringsbesluit moest komen. Het UBO-register zou nu voor medio 2018 in wet- en regelgeving moeten zijn omgezet. Omdat inmiddels de Europese richtlijn opnieuw is gewijzigd (aangescherpt), wordt dit tijdstip evenmin gehaald. Naar verwachting zal de Nederlandse uitvoeringswetgeving pas begin 2019 bij de Tweede Kamer worden ingediend.
Korte inhoud UBO-regelgeving
Volgens de nieuwe regeling moeten de gegevens van de uiteindelijke eigenaren van een onderneming of rechtspersoon (de ‘ultimate beneficial owners’, ofwel: UBO’s) moeten in het Handelsregister worden opgenomen.
Van een UBO is sprake als een natuurlijke persoon meer dan 25% van de aandelen, stemrechten of het eigendomsbelang in een kwalificerende rechtspersoon of onderneming houdt. Te denken valt aan in Nederland gevestigde bv’s of nv’s, verenigingen, stichtingen, personenvennootschappen en wellicht ook fondsen voor gemene rekening.
Van zeggenschap kan ook op andere wijze sprake zin, bijvoorbeeld als overheersende invloed wordt uitgeoefend op basis van een overeenkomst of bepaalde rechten, of via een andere vennootschap
Van een UBO moeten in ieder geval de volgende gegevens worden geregistreerd:
- naam,
- geboortemaand en -jaar,
- nationaliteit,
- woonstaat,
- aard en omvang van het door de UBO gehouden economische belang.
Deze basisgegevens worden openbaar. Het hebben van een legitiem belang is daarvoor niet vereist. Wel zijn er uitzonderingen voor minderjarigen en bijzondere situaties, zoals gevaar voor kidnapping, bedreiging en intimidatie.
Aanvullend zullen ook de geboortedag en -plaats, het geboorteland en het fiscaal identificatienummer worden opgenomen. Deze gegevens zullen echter alleen worden verstrekt aan bepaalde autoriteiten en de Financiële Inlichtingen Eenheid. De aanvullende gegevens kunnen ook worden uitgewisseld tussen bevoegde autoriteiten van de lidstaten (bijvoorbeeld de Belastingdienst).
Als geen UBO kan worden geïdentificeerd, kan hoger leidinggevend personeel als zodanig worden aangemerkt. Bij rechtspersonen zijn dit de statutaire bestuurder(s).
De aanscherping van de richtlijn houdt onder meer in dat ook trusts onder de registratieplicht vallen. Oprichters, trustees, eventuele protectors en de begunstigden van een trust, maar ook natuurlijke personen die door direct of indirect eigendom of via andere middelen zeggenschap over de trust uitoefenen kwalificeren als UBO. UBO-registers van trusts zullen echter alleen toegankelijk zijn voor personen met een legitiem belang.
Informatie over bankrekeningen, kluizen en eigendom van onroerende zaken zullen worden geregistreerd, maar zijn alleen toegankelijk voor de autoriteiten.
Voor eenieder die voldoet aan de omschrijving van ‘UBO’ is het dus goed zich te realiseren dat zijn/haar gegevens in toenemende mate openbaar worden.