Auteur: TeamVervoort

Opleggen definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2021 met box 3 inkomen

In afwachting van de arresten van de Hoge Raad is het opleggen van definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2021 en 2022 met box 3-inkomen dat uit meer bestaat dan banktegoeden aangehouden. Doordat de uitspraak in de arresten later komt dan verwacht, moeten de aanslag voor 2021 vooruitlopend op de uitspraak definitief worden vastgesteld in verband met de verjaringstermijn voor het opleggen van een definitieve aanslag. Deze termijn verloopt op 31 december 2024.  Dit geldt niet als voor de betreffende aangifte uitstel is verleend. De termijn wordt dan verlengd met één jaar tot 31 december 2025.

De vervolgstappen voor deze doelgroep worden op dit moment in kaart gebracht. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer. In deze brief gaat hij in op het toekomstige box 3-stelsel en de voorbereidingen van de Belastingdienst met betrekking tot de aankomende arresten van de Hoge Raad over het rechtsherstel box 3.

Voorbereidingen arrest Hoge Raad
Als de Hoge Raad de lijn van de conclusies van A-G Wattel en A-G Pauwels volgt, wordt belastingplichtigen via een digitaal standaardformulier de gelegenheid geboden om het werkelijk rendement aannemelijk te maken. Hierdoor kan de Belastingdienst het werkelijk rendement zoveel mogelijk uniform en geautomatiseerd registreren. De precieze vormgeving van het formulier is afhankelijk van de uitkomst van het arrest. Van belang is op welke wijze de Hoge Raad het werkelijke rendement definieert. Naar alle waarschijnlijk betreft dit ook de werkelijk gerealiseerde opbrengsten bij verkoop. Niet duidelijk is hoe de Hoge Raad aankijkt tegen niet gerealiseerde vermogensmutaties.

Hoge Raad laat op zicht wachten, wel of geen rechtsherstel voor beleggers en vastgoed bezitters?

In het FD van 27 maart 2024 staat dat de Hoge Raad niet in maart maar in augustus van dit jaar zal komen met het arrest over de herstelwet en de overbruggingswet box 3. Waarom de uitspraak is uitgesteld is niet bekend gemaakt. Vorig jaar september kwam advocaat-generaal Peter Wattel met een conclusie in een cassatiezaak tegen een onderdeel van het herstel. In die zaak constateert Wattel dat de wet Rechtsherstel box 3 bij bezitters van ander vermogen dan spaargeld nog steeds het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt omdat nog steeds zeer verschillend renderende of negatief renderende beleggingen belast worden naar één uniform positief rendement.

Dit betekent dat de belastingdienst de aanslagen waarin box 3 inkomen is begrepen voorlopig niet zal regelen. Zie ook onze eerdere berichten van 6 en 14 februari 2024. In ons bericht van 19 september 2023 is een korte samenvatting opgenomen van de conclusie van de AG Peter Wattel.

Advies van de Advocaat-Generaal aan de Hoge Raad: rechtsherstel box 3 op basis van werkelijk behaald rendement

Op 9 februari 2024 heeft Advocaat-Generaal Pauwels (A-G) zijn advies aan de Hoge Raad gepubliceerd over een aantal zaken waarbij mensen het niet eens zijn met hoe hun geld wordt belast in box 3. Hij zegt dat het belastbare bedrag in box 3 moet worden berekend op basis van wat mensen echt verdienen, inclusief resultaten (zowel winst als verlies) die ze nog niet hebben ontvangen. Hij vindt dat dit eerlijker is en beter past bij wat de wetgever bedoelde. Wel vindt hij het een grote verandering om ongerealiseerde winsten en verliezen mee te rekenen, omdat dit niet in lijn is met het Europese Verdrag van de rechten van de mens (EVRM).

Verder zegt hij dat het werkelijke rendement moet gelden voor al het vermogen in box 3 en niet per onderdeel van het vermogen. Hierbij hoeft geen rekening gehouden te worden met de inflatie. Als het echte rendement lager is dan wat volgens de wet moet worden belast, kan dit worden gezien als een schending van het EVRM. Hij vindt ook dat de kosten die invloed hebben op de opbrengst van het vermogen mogen worden afgetrokken. Maar hij begrijpt dat dit lastig kan zijn om te bepalen en om over eens te worden. Ten slotte zegt hij dat bij het berekenen van het werkelijke rendement geen rekening moet worden gehouden met een bepaald bedrag aan vermogen waarover geen belasting hoeft te worden betaald.

Het lijkt erop dat de Hoge Raad het advies van de A-G Pauwels waarschijnlijk zal opvolgen. Dit betekent dat het belastbare bedrag in box 3 mag worden gebaseerd op wat mensen echt verdienen, inclusief resultaten die ze nog niet hebben ontvangen. Als de belastingaanslagen voor de jaren 2017 tot 2022 nog niet definitief zijn, mogen belastingplichtigen kiezen welk bedrag ze willen betalen, gebaseerd op het echte rendement of het forfaitaire rendement volgens de wet of de Wet Rechtsherstel.

Het advies is dan ook om gegevens te verzamelen om het werkelijke rendement te berekenen. Voor de mensen met box 3 vermogen zijn de aanslagen over de jaren 2021 en verder nog niet geregeld. Op deze wijze kan dan bekeken wat fiscaal het voordeligste is.

CONTACT

Kenaustraat 1
2011 MV Haarlem
Postbus 117
2000 AC Haarlem

© Team Vervoort
iban NL12INGB0686017269
bic INGBNL2A
kvk Haarlem 34171025