Wanneer twee partners in gemeenschap van goederen trouwen, dan krijgen allebei bij echtscheiding of overlijden de helft van het vermogen. Bij huwelijkse voorwaarden is dat afhankelijk van de afspraken die zijn gemaakt. Bijvoorbeeld: zijn de woning en eigen vermogen ingebracht in de gemeenschap, slechts gedeeltelijk of niet ?
Gemeenschap van goederen
Stel dat het eigen vermogen van de man bestaat uit een huis van 300.000 en hij heeft nog eens 250.000; dus in totaal 550.000. Het vermogen van de vrouw is 200.000. Samen hebben zij twee kinderen. Als ze in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, krijgen beide partners bij een echtscheiding ieder 375.000.
Als een van de twee overlijdt, dan is de nalatenschap van man of vrouw 375.000. Er zijn twee kinderen dus in totaal moet deze nalatenschap (375.000) in drieën worden gedeeld. Iedere erfgenaam ontvangt dus 1/3 (= 125.000). De langstlevende verkrijgt haar helft van de gemeenschap en haar erfdeel. Het vermogen van de langstlevende bedraagt dan 125.000 plus 375.000 = 500.000.
Geen gemeenschap, geen testament
Wanneer in dezelfde situatie onder huwelijke voorwaarden wordt getrouwd (geen gemeenschap, alleen voor de inboedel) dan behoudt bij een echtscheiding ieder zijn eigen vermogen. Voor de man is dat in dit geval 550.000 euro en voor de vrouw 200.000.
Bij overlijden van een van de partners wordt het vermogen van de man of van de vrouw door drieën gedeeld. Er zijn immers drie erfgenamen: de langstlevende echtgenoot en twee kinderen. Als de man overlijdt, wordt 550.000 gelijkelijk verdeeld over vrouw en kinderen: een derde deel is 183.333. Opgeteld met haar vermogen van 200.000 is het vermogen van de vrouw dan 383.000.
Als de vrouw overlijdt wordt eenzelfde rekensom gemaakt. Nu is een derde deel 66.667 (aannemend dat het vermogen van de vrouw gelijk blijft) en het komt het totale vermogen van de man naar haar overlijden dus op (550.000 plus 66.667) 616.667.
Gemeenschap van woonhuis, geen testament
Als dezelfde partners een woonhuis in gemeenschappelijk eigendom (50/50) hebben, dan wordt alleen de 300.000 van de woning bij echtscheiding of nalatenschap in tweeën gedeeld. Het vermogen van de man bestaat dan uit 250.000 euro eigen vermogen en de helft van de woning (150.000). Dit is dus 400.000. De vrouw heeft 200.000 euro eigen vermogen en telt daar ook 150.000 bij op en komt hiermee op 350.000 euro.
Bij een overlijden van de man wordt zijn 400.000 door drieën (er zijn immers twee kinderen) gedeeld, Bij overlijden van de vrouw haar vermogen van 350.000.
Samenlevingscontract, geen testament
Als hetzelfde gezin in een notarieel samenlevingscontract de gemeenschappelijke eigendom (50/50) van het woonhuis heeft vastgelegd dan is de verdeling bij het verbreken van samenleven hetzelfde als in de hiervoor geschetste situatie. Belangrijk verschil is echter dat met een samenlevingscontract zonder testament alleen de kinderen erven. Het vermogen van de overleden partner wordt dan gelijkelijk verdeeld onder beide kinderen. Alleen zij zijn dan dus erfgenamen. Er is in deze situatie een testament voor nodig om ook de andere partner te kunnen laten erven.